3. Gestaltegeving en stemmen

verteltechniek - zingen - voordracht - een rol spelen © Walter Roozendaal - www.muzemuzette.com - klik hier voor meer informatie

Gestaltegeving

Er ontstaan interessante acteermogelijkheden wanneer je vanuit het Zijn vertelt. Elke rol kan je een eigen gestalte meegeven, en daartussen kan je bliksemsnel wisselen. Je kunt daarbij gebruik maken van de elementen uit de mime (zwaar/licht bewegen, vervormingen langs de drie lichaamsassen) of de trekpunten van de commedia del’arte (buik, borst, hoofd). Een kleine vervorming kan al meer dan genoeg zijn (bijvoorbeeld je onderkin naar voren of naar achteren). In het hoofdstuk Pantomime vertel ik daar uitgebreid over in de minigids Een rol fysiek gestalte geven.

Stemmen

Bij de verschillende gestalten passen ook verschillende stemmen.
Kies stemverschillen, die jouw eigen stem niet forceren. Bijvoorbeeld:

  • hoogteverschillen
  • verschillen in volume
  • nasaal
  • accenten/streektalen/geaffecteerd

Hoe duidelijker je fysieke gestaltegeving is, hoe minder het nodig is je stem te belasten met te grote verschillen. Vanuit een andere fysieke gestalte kan een andere stem eigenlijk bijna als vanzelf meekomen. Vanuit die gestalte, en niet vanuit een geforceerde stem.

Overigens kan het goed zijn om de hoofdrol met je eigen, normale stem en gestalte te spelen. Die relatieve “neutraliteit” geeft je luisteraars de kans om vanuit hun eigen beleving met de hoofdrol mee te leven.

Met name in een dialoog kan Zijn prachtig werken: met één beweging verander je steeds van gestalte, en neem je het volgende beeld van de volgende persoon in je op.
Tenslotte: Zijn kan je veel vaker toepassen dan je in het begin denkt. Ook als iemand niet praat kan je er voor kiezen om te vertellen vanuit het perspectief van één van de rollen. Bijvoorbeeld door als vanzelfsprekend de gestalte van iemand aan te nemen op het moment dat die ter sprake komt.