1. Zeggen, Zien en Zijn

verteltechniek - zingen - voordracht © Walter Roozendaal - www.muzemuzette.com - klik hier voor meer informatie

Bij het vertellen van een verhaal zie je als publiek uiteraard de verteller, die vertelt vanuit een verbeelde wereld, die je als verteller kan creëren in de ruimte voor en rondom je.
Daarnaast zijn er momenten dat de verteller een personage introduceert en min of meer het personage speelt. Wanneer de verteller het personage totaal neerzet, zowel fysiek als in stemgebruik en handelingen, dan is er sprake van een ander vertelperspectief.
Ik vertaal dit in de vuistregel van de drie Zetten: Zeggen, Zien en Zijn.

Zeggen

Zeggen is de meest gebruikte invalshoek om te vertellen. Ik bedoel daar mee: als verteller contact leggen met je publiek, en alles wat je zegt vanuit dat vertellerscontact overdragen. Iedere goede leraar kent die energie, dat contact.
Het bijbehorende innerlijke gebaar is:

  • je boodschap als het ware bij de luisteraars neerleggen, aan ze geven
  • iedereen aankijken, de hele ruimte met je steeds verspringende blik bestrijken

Zien

Zien is veel interessanter. Op dat moment kijk je de toehoorders niet meer aan (zoals bij Zeggen), maar kijk je naar niet bestaande beelden in je verbeeldingswereld, de wereld van het verhaal. Die inspireren jou in je voordracht en zetten het proces in werking, dat leidt tot expressie.
Zien is dan het moment, dat je je opent voor de beelden die je beschrijft. Je creëert je eigen verbeeldingswereld groot in de ruimte vóór je en om je heen, en zet jezelf als verteller centraal in die verbeeldingswereld.
Ook dat is iets, wat we in de sociale werkelijkheid vaak afgeleerd hebben: jezelf centraal stellen in je (verbeeldings)wereld. Je hoort het een moeder letterlijk zeggen: heb jij maar niet zoveel verbeelding, mannetje!
Het bijbehorende innerlijke gebaar is tegenovergesteld aan dat bij Zeggen:

  • je kijkt niet naar je luisteraars, maar je kijkt naar de beelden in je verbeeldingswereld,
  • je laat die beelden op je afkomen, je opent je daarvoor in houding en beweging (acteerterm: incasseren - ik had het hierboven over je er door laten treffen)
  • die innerlijke beweging is omgekeerd aan de innerlijke beweging bij Zeggen en het neerleggen van je boodschap vanuit jou bij het publiek.

Je open houding heeft dan een dubbele werking: niet alleen open jij je als verteller voor datgene wat je vertolkt, maar je luisteraars voelen zich door diezelfde openheid uitgenodigd om mee te gaan in jouw proces, in jouw openheid. Dus: eerst meeleven — en dan pas begrijpen.

Zijn

Zijn is nog een stap verder: je geeft de rol gestalte van degene die aan het woord is, of vanuit wiens perspectief je vertelt.
Dat heeft tegelijkertijd een dubbele bodem. Je kijkt nu namelijk niet meer in de verbeeldingswereld van de verteller, die het totaaloverzicht heeft, maar in de verbeeldingswereld van die ene rol! Dat is een andere vorm van Zien.
Dat dubbele (Zijn is tegelijkertijd ook Zien) maakt Zijn voor vertellen het interessantst en levendst.

Hier spelen nog twee belangrijke acteeraspecten. Ik noem ze saus of soep en gestaltegeving.