2.4. Audities
© Walter Roozendaal - www.muzemuzette.com - en Janine Slijkhuis - www.janineslijkhuis.nl - klik hier voor meer informatie
In het vorige hoofdstuk gaf ik aan, dat audities niet automatisch toelatingsexamens zijn, maar tot doel hebben je spelers goed in te schatten. Zo kun je tot een goede rolverdeling komen, en kan je iedereen in de productie op een goede plek krijgen.
Je hoeft audities dus ook niet altijd individueel af te nemen, je kan ze ook in de vorm van een groepsles gieten.
In een opleidingsmodel geef je die groepsles vaak al automatisch. Dan is elke les een bijdrage aan het beeld dat de artistieke leiding van spelers krijgt — zonder dat je dat ooit auditie hoeft te noemen!
Waar kijk je eigenlijk precies naar, wanneer je een auditie afneemt? En wat is er dan te zien?
Spelimprovisatie
Bij improvisatieopdrachten zie je bijvoorbeeld wel:
- het vermogen om snel te reageren,
- het vermogen om je, vanuit eigen kracht of brutaliteit, sterk te manifesteren,
- het vermogen een rol consequent vol te houden,
- het vermogen om samen te spelen,
- wat voor de hand liggende emoties zijn die iemand vanuit zichzelf gemakkelijk speelt.
Maar je ziet niet:
- de vermogens van kinderen die niet zo primair reageren,
- het vermogen om een tekst te leren en te spelen.
En vaak zie je ook niet:
- het toenemende vermogen om in de loop van een serie repetities een rol vorm te geven en spanning op te bouwen.
Andere opdrachten
Het is dus verstandig om heel verschillende opdrachten achter de hand te hebben, zoals:
- een inlevingsoefening,
- een gegeven handeling met een korte vaste tekst,
- een spelscène zonder woorden, die je in beweging gestalte moet geven,
- de opgave om thuis van tevoren iets in te studeren.
Stem en zang
Naast het testen van stemsoort, -bereik, gehoor en de algehele zangkwaliteit (onder andere verstaanbaarheid) zou ik ook aandacht geven aan het vermogen om ingeleefd te zingen. Op het toneel zijn zang en spel namelijk geen gescheiden gebieden.
Dit vraagt om een hechte samenwerking tussen dirigent en regisseur.
Dans en beweging
Hoe komen bij jouw groep de choreografie en de mise-en-scène van het koor tot stand? In hoeverre is dat een hechte samenwerking tussen choreograaf, dirigent en regisseur?
Wanneer je veel met ‘pasjes’ werkt, zal je daaraan gekoppelde eisen stellen:
- ritmegevoel,
- links-rechtscoördinatie,
- anticiperen op snelle en extreme richtingwissels,
- been-, arm- en hoofdbewegingen kunnen combineren.
Dit betekent ook, dat nooit alle spelers foutloos in het bewegingskoor mee kunnen dansen! Er blijven helaas altijd mensen die dit soort dansdingen nooit zullen leren…
Misschien moet je een aparte showdance-groep uit het koor halen, naast spelers die op een andere manier in de scène staan.
Overigens ga ik er ook bij dans van uit, dat deze altijd ten dienste van de inhoud is. Dat geldt niet alleen voor het uitvoeren van bewegingsopdrachten, maar ook voor het vormgeven aan emoties en inhoud. Test je dat ook bij een auditie?
Misschien maak je meer een soort mise-en-scène dan echte danschoreografieën? Je hebt dan misschien meer opstellingswisselingen en lange lijnen over het toneel op de muziek, en dan reageren spelers op bepaalde duidelijke muzikale momenten, of geven een emotionele ontwikkeling gestalte. In dat geval heb je voor het bewegen op muziek ook een ander soort auditie nodig dan het leren van een dans.
En nu verder
De volgende hoofdstukken gaan nu eerst over alle mensen om de jeugdmuziektheatergroep heen: vrijwilligers, artistieke staf en bestuur, die samen in één soepele organisatie aan de productie willen werken.




Verhalen, fragmenten van voorstellingen en interviews
A Guide to Performance Skills