Les 3: Lang leve de verschillen!

© Walter Roozendaal - www.muzemuzette.com - klik hier voor meer informatie

Uitgangspunt

Muziek kan spanning, dramatiek, een verloop suggereren, dus boeien.

Naar de kinderen wordt dit uitgangspunt vertaald als: er zijn steeds verschillen in de muziek. Juist door de verschillen ontstaat spanning en krijgen we allerlei associaties.

De dirigent bepaalt hoe een orkest die verschillen tot klinken brengt.  Bij een concert (zeker bij een schoolconcert) heeft de dirigent ook de opdracht dat te laten zien. Hij beeldhouwt of verbeeldt de muziek.

In de les gebruiken we activiteiten als lopen, opstaan en zitten gaan. Deze handelingen kan je op allerlei manieren uitvoeren. Ook muzikaal: sneller, langzamer, enz. Een acteur laat met dergelijke handelingen vaak iets van het karakter van een rol zien.
 

Lesopbouw

3.1. Lopen maar....
  • Reactiespel op de muziek.
  • Kennismaking met de muziek van L'Histoire du Soldat.
3.2. Kies een rol
  • De muziek konkretiseren in een toneelrol.
3.3. Nog een rol
  • Verschillen mars en wals.
3.4. Opstaan en zitten gaan
  • Muzikale verschillen zichtbaar maken in een toneelhandeling.
3.5. Pizzicato Polka
  • Dirigeren: merken, hoeveel verschillen er in de muziek zitten.
3.6. Nagesprek
  • Verwijzen naar het uitgangspunt.
  • Verbanden leggen met het dagelijkse leven.
  • Muziekfragmenten beluisteren.